Diepteberekening

Wanneer je verder het Wad op gaat, dan ga je ook op ondieper plekken opzoeken. Plekken waar je alleen met hoogwater overheen kunt. Dan is het nodig om daar een zorgvuldige berekening van te maken.

Kan ik over een ondiep stuk water?

Hiervoor moet je drie dingen weten

  • hoe hoog gaat het water komen, verhoging/verlaging meerekenend
  • hoe diep is het water op die plek
  • wat is de diepgang van je boot

 Je hebt dus nodig: de getijdentabel en de actuele informatie over verhoging/verlaging.
Verder moet je weten hoe diep het water is, en dat staat niet op de waterkaart! De dieptes op het Wad veranderen snel. De actuele diepte haal je uit de Wadvaardersdieptestaat  
En de diepgang van je boot, die weet je natuurlijk wel.

De berekening:

  • Kijk in de getijdentabel hoe hoog het water gaat komen.
  • Tel daarbij de verhoging op (of trek de verlaging er vanaf)
  • Tel daarbij op de diepte die in de dieptestaat is vermeld.
    (Gebruik je NAP dan werkt dit zo; Gebruik je LAT dan is de diepte meestal een negatief getal; dan trek je het er dus van af)

Nu weet je hoeveel water op de locatie is te verwachten. Is dat méér dan je boot diep is, dan kun je er met hoogwater overheen. 
Belangrijk is: hoeveel water heb je, volgens de berekening, nog onder de kiel met hoogwater. We noemen dat de kielspeling. Als de kielspeling meer dan 50 cm is dan kun je er wel over heen. Zie onderstaand schema.

 

Eenvoudige vuistregels met de kielspeling

Kielspeling Passeren mogelijk?
minder dan 50 cm Zeer krap. Doe een heel nauwkeurige berekening.
Houd er rekening mee dat je mogelijk vast komt te zitten en dus droogvalt.
50 cm Van 2 uur voor HW tot 2 uur na HW
Dit is een beetje krap zorg, dus dat je vóór HW vaart
100 cm Van 3 uur voor HW tot 3 uur na HW
150 cm Van 4 uur voor HW tot 4 uur na HW

En de regel van twaalf, dan?

Vaak wordt de regel van twaalf aanbevolen om de diepteberekening te doen.
Die is niet echt handig. De berekening is bewerkelijk, dus foutgevoelig. En het is ook maar een benadering; de werkelijkheid kan flink afwijken.
Als je het echt goed wil weten, dan kijk je op QuickTide  .

Voorbeeldberekening

Als voorbeeld nemen we het Vaarwater over de Bollen. De kortste weg van Texel naar Den Oever.

  • De getijdentabel meldt ons een hoogwaterstand van +173 cm (LAT).
  • Er is een verlaging van zo'n 10 cm. Dus de hoogwaterstand is +163 cm (LAT).
  • De Wadvaardersdieptestaat geeft een diepte van 1 dm bij LAT
  • Conclusie: de maximale diepte wordt: 163 cm plus 10 cm --> 173 cm.
  • Onze boot is 1,20 m diep, dus we hebben (theoretisch) 53 cm over bij hoogwater. Dit is dus onze kielspeling.

De kielspeling is groter dan 50 cm; we kunnen dus passeren! En waarschijnlijk al vanaf 2 uur voor HW.


 

Gebruik QuickTide!

Wil je de passagetijd heel precies berekenen? Gebruik dan QuickTide ; dat is een geweldig hulpmiddel. Je ziet meteen wanneer je over een ondiepte heen kunt.
En QuickTide is gratis voor leden van de Wadvaarders.

Hieronder zie je wat QuickTide van de passage-berekening maakt.

over-de-bollen